Een toegewijde redactrice met een vaste hand – Bert Bakker
Op 25 mei overleed Ada van Ree -van Benthem Jutting. Ada groeide op in Middelburg tussen de boeken en ze mocht van haar ouders uit de winkel pakken wat ze wilde lezen, maar ze moest ‘voorzichtig lezen’, ‘er niet bij eten’ en ‘de rug niet breken’. Tijdens de presentatie van haar boekdebuut Mies, een uit de hand gelopen reportage liet Ada aan de aanwezigen zien hoe dat eruitziet en ze hield haar ‘ongelezen’ boek omhoog. Ada van Ree (1929 – 2022). was het grootste deel van haar werkzame leven redactrice van Het Parool evenals haar man Bert van Ree.
‘Mies, wat een heerlijk boek. Je proeft het plezier van de schrijfster Vanuit de bewaard gebleven correspondentie van haar tante Mies (1876-1928) schetst ze met behulp van kranten, andere bronnen en eigen herinneringen een sfeervol beeld van Middelburg in de eerste helft van de 20ste eeuw. Mies van Benthem Jutting dreef met haar broer Jaap de, in 1801, opgerichte boekhandel. Een paar maanden na haar overlijden trouwde Jaap met de verpleegster van tante Mies. Een jaar later werd hun dochter Ada geboren, boven de boekwinkel in Middelburg’. Zo begon Jan van Damme, redacteur van de Provinciale Zeeuwse Courant zijn lovende recensie van Mies, een uit de hand gelopen reportage en zo was het. Ada van Ree schreef dit boek over haar tante, die ze nooit heeft gekend, maar die haar bleef intrigeren.
Ik kende Ada en Bert van het Westerdok. Het decor is Amsterdam rond de laatste eeuwwisseling. Ik was hoofdredacteur van het Westerdok Journaal. Beiden waren met pensioen. Je kunt wel met pensioen gaan, maar de rust waar je misschien naar verlangt, in Amsterdam komt die er niet. Bert deed het toen wel rustiger aan, maar dat lukte Ada niet. Ada beheerde een website en hield medebewoners en buurtgenoten op de hoogte. Er waren grote plannen rondom het Barentszplein en het Westerdok waar ze beiden woonden. De centrale binnenstad ontwikkelde het Westerdok en de plannen rondom het Barentszplein werden opgesteld door de Deelraad Westerpark. De ontwikkeling van de zuidelijke IJ-oevers was opgang gekomen, de rol van de buurtbewoners werd – volgens de toen geldende mores – snel teruggebracht tot het inspreken op voorlichtingsavonden het indienen van bezwaren bij de gemeente, bij de provincie en de Raad van State. Geregeld deed Ada het woord, Bert keek dan goedkeurend toe. Het Barentszplein en omgeving bleef gespaard voor opgewonden plannen, werd keurig opgeknapt, het Westerdok bleef aan hun zijde onbebouwd. Er werd geworsteld en Ada kwam er mee boven.
Luctor et emergo
Zo kwam Ada ook met Mies, haar uit de hand gelopen reportage, boven. Op het achterblad staat: ‘Nu, met pensioen, kan ik het schrijven niet laten. Dit boek is mijn langebaan debuut.’ Hier is de Zeeuwse Ada aan het woord en zonder worsteling kwam het boek niet tot stand. Het is geen geschiedenisboek, geen krantenbijlage, het is een krantenboek met verschillende verhaallijnen: berichten uit de krant, ingezonden stukken, briefwisselingen, opwellende herinneringen rondom één persoon, Mies van Benthem Jutting (1876 – 1928). Het decor is Middelburg, een boekwinkel rond 1900.
Ada hield de lijnen goed uit elkaar en bleef trouw aan haar bronnen. Het hart van het boek wordt gevormd door de jaren 1914 – 1918, als de Eerste Wereldoorlog ook het neutrale Nederland wakker schudt. Mies zet zich volop in voor de opvang van de Belgische vluchtelingen die Zeeland overspoelen. Op 17 oktober 1914 schreef tante Mies: ‘We zijn gezond, maar hebben het overdruk (…). Deze week is echt verschrikkelijk geweest. We zijn kilo’s afgevallen. Als men een dikkert op straat ziet, is het persé een Belg, want die worden aan alle kanten te goed gedaan. Een magere is persé een Middelburger, want we hebben geen tijd om te eten, te slapen.’ Tante Mies was niet alleen boekwinkelier, ze verzorgde maaltijden en richtte een naaiatelier in voor de Belgische vluchtelingen, ze bezorgde lectuur bij de in de provincie gestationeerde militairen… Tante Mies, een voorbeeldig mens, net als haar nicht, onze Amsterdamse Ada.
Bert Bakker