‘Pharetra heb ik opgegeven’– aldus De Gaay Fortman

‘Gedachten zijn als mozaïekstenen. Ze hebben een eigen schittering, doch ze komen pas volledig tot hun recht, als ze met andere tot een rijk geheel, tot een glanzend mozaïek zijn samengevoegd. En om zulke mozaïeken gaat het, of de menselijke geest zich nu bezig houdt met wasmiddelen of voorstuwingsmiddelen, met televisieregie of verkoopstrategie.’ Dat schrijft Unilever in een paginagrote advertentie in het oude Pharetra.

We keken naar de indrukwekkende lijst met de voltallige redactie van Pharetra. Een lijst die voor ons funktioneert als document. Een document dat zijn eigen verhaal vertelt. We waren benieuwd naar de betrokkenheid van onze dispuutsgenoten, enkele oudere Demosthenen.

Voorzover we konden nagaan begint dat met het hoofredacteurschap van Redbad Fokkema in 1961 en 1962. Dan volgt het hoofdredacteurschap van Willem van Bennekom in 1963 en 1964. Aansluitend is Dik van Halsema redactiesecretaris van 1964 tot 1966. Vervolgens dient zich in 1966 een driemanschap aan. Geert Mak is drie jaar lang redactielid, Tjit Reinsma één jaar, en Alfred Pijpers is drie jaar lang redactiesecretaris. Op de valreep is Frits Koers in 1969 redactielid. Dat jaar luidt tevens het einde in van onze dispuutsgenoten. Begin jaren ’70 wordt Pharetra onvermijdelijk betrokken bij het politiseringsproces onder studenten aan de VU. Bij de redactie zien we geen namen meer van Demosthenen.

Wat zijn we benieuwd wat er in de jaren ’60 bij dat handjevol Demosthenen allemaal kon en mocht! We kunnen het archief raadplegen. We kunnen oude nummers doorlezen. Daar valt ongetwijfeld iets uit af te leiden. Maar wat werd er besproken op de redactievergaderingen? Hoe was de relatie met de senaat en de rector magnificus?

In zijn standaardwerk over VU getiteld “Een hoeksteen in het verzuild bestel” besteedt A. Th. van Deursen nauwelijks aandacht besteedt aan de betekenis van Pharetra. In het lijvige boekwerk van 500 bladzijden worden er slechts enkele pagina’s aan gewijd. Inhoudelijk wordt alleen gemeld hoe Pharetra in de jaargangen 1960 en 1961 nadrukkelijk stelling nam tegen de Indonesiëpolitiek zoals door Bruins Slot beleden in het dagblad Trouw. Proeven wij daar iets van de geest van Demosthenes in de gestalte van Jo Verkuil?

“De redactie van Pharetra doet het knap”, oordeelt oud-redacteur G. Th. Rothuizen in 1965, “maar ik vind ze soms ook knap liederlijk!” Sindsdien blijft Pharetra volgens van Deursen “enkel in negatieve zin voorkomen in de archieven van de besturende colleges”. De auteur suggereert bovendien dat “een gedachtenwisseling met de redactie niet mogelijk was”.

Vrijheid van meningsuiting ontaardde volgens hem in vrijheid tot kwetsen. De redactie “is kennelijk afkerig van een discussie met directeuren, curatoren en senaat”. Hij herinnert zich dat in 1969 bij een senaatszitting een hoogleraar tijdens de rondvraag stelling nam tegen Pharetra, waarop de toenmalige rector magnificus De Gaay Fortman kortweg antwoordde: “Pharetra heb ik opgegeven!”

Krijgt de jonge generatie studenten van nu een herkansing? Herleven studenten bladen weer? Lennart van der Deure schrijft ons: ‘Ik ben een 22-jarige student journalistiek die in 2016 bij L.A.N.X. lid is geworden. Enige tijd geleden las ik de reünisteneditie van de Larinx. Hierin gaf Bert Bakker een schrijfopdracht met de titel ‘Corona, een sigaar van eigen doos?’. Ik schrijf al jaren af en toe een gedicht of een kort verhaal en was gelijk geprikkeld door deze opdracht. Zijn verhaal gaat over de ervaringen die een student in coronatijd opdoet, ook al lijkt corona er het grootste deel van de tijd niet eens te zijn.’

JCJ&BB