
Nieuw Programma in Huis de Pinto:
Een schrijver laat zich niet kisten.
14 december 2020 – Ik weet nog goed waar ik was, in Warns, Friesland. Gelaten hoorde ik zijn rede aan, bordje op schoot, tijdens het avondeten.
Op de televisie sprak hij ons toe, vanuit Den Haag in zijn Torentje, zijn ’thuiswerkplek op kantoor’. Het was niet onverwacht. Hij moest wel, hij kon niet anders. Ook Johan Rudolph Thorbecke die aan de wieg stond van onze democratie, deed mee. Ik zag zijn portret heus wel staan, achter de rug van onze Minister-President die gevoelig en inlevend een nieuw noodprotocol moest aankondigen om het coronavirus te overwinnen.
Mark Rutte sprak niet meer over een intelligentie maar over strijd. We staan op achterstand, we gaan het verliezen, de cijfers moeten naar beneden. De tegenvallende cijfers bedoelde hij, van besmettingen, van opnames op de Intensive Care, van slachtoffers in bejaardenhuizen, verzorgingshuizen, van horecaondernemers die hun handel zien verdampen. De deuren zijn dicht, niemand mag erin of eruit, we zijn in quarantaine.
Hè wat vervelend nou. We waren net bezig met een nieuw programma voor Huis de Pinto samen te stellen, een literair programma voor het komende seizoen. 2020 was in duigen gevallen. We wilden een nieuwe start maken in januari. En hoe nu verder?
‘Het virus gooit roet in het eten,’ zou vicepremier en verantwoordelijk minister de Jong zeggen.
Bij wijze van voorbeeld
Literatuur zou je kunnen omschrijven als ‘geheel aan teksten dat door een bepaalde gemeenschap wordt gewaardeerd, als waardevol wordt gezien, smaakvol is geschreven en mooi wordt voorgedragen.’
De waardering is en blijft subjectief, vindt plaats in groepsverbanden en is gebonden aan plaatsen, streken, locaties. Alle literatuur is streekliteratuur? Een voorbeeld: De Friese schrijver Rink van der Velde. In de randstad kent niemand hem. Zijn belangrijkste boek, De Fuik begint zo: ‘Sommige mensen hebben voorgevoelens, maar hij had die nooit gehad, zodat het hem ook nu verraste.’
In die zin wordt de gehele roman geschetst: dreiging vanaf de eerste regel en reken maar niet op een goede afloop. Een oorlogsverhaal. De hoofdpersoon krijgt geen naam: hij zit in een fuik als een anonieme vis en door zijn karakter is ontsnapping onmogelijk. De climax is een oorzakelijk gevolg van dit gegeven, maar ze komt verrassend. De lezer voelt dat er geen uitweg is: Er rest nog woede, angst en misschien verdriet. Alles is kapot. De hoofdpersoon is iemand die niet veel van gezag moet hebben. Hij wordt in 1943 door de Duitsers opgepakt. Zijn zoon Germ zit in het verzet. Als hij te horen krijgt dat zijn zoon ‘alles al verteld heeft.’ Hij ziet eigendommen van zijn zoon op tafel en beseft dat hij dood is en dus helemaal niets verteld kán hebben. Hij grijpt zijn ondervrager bij de keel en bijna vermoordt hem. In zijn diepe afkeer van het gezag laat hij verder niets meer los, wat zijn ondervragers woedend maakt. Op een ochtend wordt hij doodgeschoten. Zonder grote woorden wordt het verhaal in iets meer dan 100 bladzijden verteld. De Fuik speelt aan de rand van het Tjeukemeer. Een bestseller in Friesland en in de Engelse vertaling in rest van de wereld.
Literatuur is misschien gebonden aan streken, personen, gemeenschappen, maar kan zich ook grootmoedig en wijds in de wereld verspreiden. Het hangt er maar vanaf of het als waardevol wordt beschouwd, of het smaakvol is en of mooi wordt voorgedragen. Literatuur mag ook pijn doen, hoeft niet verhullen, opent perspectieven, biedt troost en inspiratie, gaat de wereld over.
Nieuw literair programma
Het nieuwe literaire programma 2021 van Huis de Pinto kent drie onderdelen De Caraïben, de Biografen en Amsterdam
De Caraïben – We gaan de wereld over! Het lijkt enigszins willekeurig. Met aandacht voor de Caraïben, staan schrijvers ‘uit de west’, uit ‘Nederlands laatste koloniale resten’ centraal. In de Caraïben kunnen al die schrijvers aan de orde komen, die niet Nederlands zijn, maar wel onder het Nederlandse gezag moesten leven in ‘onze overzeese gebiedsdelen’. Als we verder terug in de tijd gaan kunnen bij dit onderdeel schrijvers uit al onze voormalige koloniale resten aan de orde komen, dus ook uit Indonesië. Bijvoorbeeld Multatuli met het gebied dat hij omschreef als ‘Insulinde het eilandenrijk dat zich in de Indische Archipel om den evenaar slingert als een gordel van smaragd.’ Bij de Caraïben staat de tegenwoordige tijd voorop, maar het koloniale verleden is niet ver weg.
De Biografen – Schrijvers schrijven, maar er zijn ook schrijvers die schrijven over schrijvers en er zijn lezers die juist deze boeken interessant vinden. Daar is veel voor te zeggen. Een gewone schrijver bedenkt en coördineert zijn verschillende personages, bedenkt er nieuwe bij met nieuwe perspectieven. Aan de hand van zijn biografische hoofdpersonage doet de biograaf dat ook. Een biograaf zal zich meer geroepen voelen om de werkelijkheid van zijn schrijvend personage te dienen. Hij moet wel, anders komen zijn lezers in opstand.
Amsterdam, de stad in boeken, boeken in de stad – is het derde onderdeel. Multatuli is niet alleen de schrijver die onze schaamteloze werkwijze in de koloniën onder de aandacht bracht, hij is ook onze meest becommentarieerde schrijver en dat niet alleen: hij was ook een Amsterdamse schrijver. Zo kent ook dit derde onderdeel een overlap met de andere. Boekje open over Amsterdam. We laten ons niet kisten!
Er worden namen al genoemd, er komen meer namen bij, er worden data en bijeenkomsten belegd. Kijk snel hier: Programma Huis de Pinto. Het programma gaat voorzichtig in dit voorjaar draaien. Er liggen al data vast… Pak uw agenda, schrijf u in, vertel het verder… Houd moed!
BB

PROGRAMMAMAKERS BLIKKEN VOORUIT
Nieuw dit voorjaar is de literaire zondagmiddag in Huis De Pinto. Een maandelijks boekenprogramma op zondagmiddag met auteurs en andere gasten. De reeks AMSTERDAM IN BOEKEN of BOEKEN OVER AMSTERDAM hopen we begin mei te openen met Guus Luijters, auteur van onder andere In memoriam en Klein geluk.
In het najaar komt daar een nieuw programma bij: de CARAÏBEN, gewijd aan de Caribische letteren. Michiel van Kempen, kenner bij uitstek, spreekt met Jan Brokken over zijn lang bestaande fascinatie voor het eiland Dominica en Jean Rhys, auteur van The wide Sargasso Sea. Ook op de rol: een middag gewijd aan Anton De Kom, auteur van Wij slaven van Suriname en een zondagmiddag over de Surinaamse dichter en schrijver Jit Narain.
Voorts hopelijk al in mei en juni DE BIOGRAFEN van twee beroemde Amsterdammers: Geke van der Wal over boekhandelaar en uitgever Rob van Gennep en Thea Derks over Reinbert de Leeuw. Avonden om naar uit te kijken, met beeld en geluid.
Alle literaire producties worden mogelijk gemaakt door een redactie, bestaande uit Bert Bakker, Anne-Mariken Raukema en Mieke Warnink en het team van evenementenbegeleiders in wisselende samenstellingen: Bert Freriks, Jeanette Loeb, Cuneke Mertens, Tine Sybesma en Toby Mantel.