Alles wordt nieuw
‘Miskien hiene se it oer my as de “Heren” omdat ik net allinne lân hie, mar ek omdat ik advokaat wie. Der wie gjin bestimmingsplan yn’e maak of ik wist der fan. Myn kennis gie fierder as de rjochtbank hjir of de Raad van State. By need fierde ik prosessen oant yn Straatsburg. Se koene my dêr ‘as in sterk stylist, dy’t mei in goed gefoel foar timing, focht foar elke beam, elke strúk, foar elk trochkykje en elk stikje hoarizon’. Wie ik boppe in inkelfâldich personaazje fan in streekroman útstiigd? Telde dat faaks foar twa? De krêft fan myn pleiten moast lûd klinke. Hjir yn dizze úthoeke, grif, mar ek fier fuort yn Europa. Dat die ik net allinne. Myn frou, ek juriste, holp. Praten se om dy reden oer ús yn mearfâld? Wy fersekerden de bûtenpleatsen fan in net oantaaste takomst. Mar achter elk noartsk trekkerspoar lei in wrakseling ferburgen.’
Uit: Warme Stront, Ien mei de dingen (Noordboek, 2009)
‘Perhaps they still referred to me as ‘the Lords’ because I not only owned land, I was also a lawyer. There was no zoning plan in the making that I knew of. My knowledge went beyond the local court, or the Council of State. If necessary, I filed suits all the way up to Strasbourg. They knew me there as a ‘strong stylist, who, with his good sense of timing, fought for every tree, every bush, every vista, and every sliver of horizon.’ Had I surpassed the status of first-person singular in a regional novel? Did that perhaps count double? The strength of my pleadings had to be heard loud and clear, here in this backwater, certainly, but also far away in Europe. I didn’t do this alone; my wife, also a lawyer, helped me. Is that why they refer to us in the plural? We assured the land of an unspoilt future. However, underneath every angry tractor trail lies a struggle.’
From: Warm shit (Three short stories, Kindle/Amazon, 2013) De vertaling van Warme Stront, Ien mei de dingen (Friese Pers Boekerij, 2009), Eén met de dingen (2011)
Scenario zoekt verfilming
Het verhaal Warme stront schreef ik in 2007 en Onder ons in 2013. In Warme stront is grootgrondbezitter Althusius een bedreven vechter voor zijn land. Zijn knechten Oane en Pier helpen hem. In Onder ons is hij opa, het hoofd van de familie, advocaat van beroep. In de advocatuur verdienen Althusius en zijn vrouw hun geld. Geld is echter niet genoeg voor hun bezit. Uitersten? Nee. Deze twee verhalen laten de ontwikkeling van het onderstaande scenario zien, maar dan in omgekeerde volgorde. Hoe lukt het Althusius om van een advocaat, een doortastende grootgrondbezitter te worden?
Achttien verhalen in zes jaar, gebundeld in een feuilleton dat ik Gods zegen rust op deze akkers1 noemde. Het zijn losse verhalen, waarin in elk verhaal steeds één van de hoofdpersonen zijn relatieve evenwicht moet herstellen. De hoofdpersonen zijn Althusius en zijn vrouw, jonkvrouw, grondbezitters in Gaasterland; Oane, visser, jachtopziener; Pier Perfect, ex-junk, ex–wielrenner, kunstenaar, Tammie het kooikerhondje en vele anderen. In het voorjaar van 2013 heb ik mijn legertent opgezet bij ‘De Boegen’ in Oudemirdum en daar schreef ik dit scenario.
Samenvatting: Hij, die niet in paniek raakt, kan uit een hinderlaag ontsnappen. Zal het jonkheer Althusius, advocaat, grootgrondbezitter lukken om het beheer over zijn landgoederen terug te winnen? Binnenkort bij u in de bioscoop: Alles wordt nieuw
Een scenario in acht delen en vijf plannen:
1. Het eerste deel begint een scène van gevangen eenden, in paniek, in een eenden kooi, dan gaat camera over mooi Gaasterland. Althusius en zijn jachtopziener Oane rijden in een Citroen DS. Ze hebben net in Beesterzwaag een jong kooiker hondje gehaald: Tammie.
Tammie is de held van Alles is nieuw. Een goed opgeleid kooikerhondje. Zijn opleiding zal worden voltooid door Oane. Het schemert en dan: een hoopje mens aan de kant van de weg. Dit is het beginincident voor Althusius’ strijd. Ze rapen een jongen van de weg. Aangereden, gedumpt? Verbijstering. (einde deel 1)
2. Althusius beseft dat zijn leven als advocaat een tweede keus is. Als ze de jongen van de weg rapen realiseert hij zich dat de tijden veranderen en dat hij als grootgrondbezitter een ‘maatschappelijke functie’ heeft die hij heeft laten sloffen. In wat voor samenleving zijn we beland als we jongeren als ‘aangereden honden’ langs de weg laten liggen? In Plan Eén mindert Althusius zijn werkzaamheden als advocaat en bemoeit zich meer met het beheer. Hij heeft dit misschien wel bedacht, maar stappen ondernemen doet hij nog niet. Hij ontkent het, ziet zichzelf nog niet als probleemhebber, laat staan dat hij er oplossingen voor heeft. De werkdruk vanuit zijn praktijk wordt niet minder. Zijn vrouw kan het alleen niet aan. Als tandem deden ze ingewikkelde zaken. Zijn bezit staat echter onder druk.
3. Hij verzint een prijsvraag en laat verschillende projectontwikkelaars met plannen langskomen. Hij weigerde altijd elk contact. Nu beoordeelt hij plannen. Er zit niets bij en hij wijst ze allemaal af. De spanning loopt op. Dit tweede plan mislukt.
4. Althusius bedenkt weer een plan hoe hij minder tijd in de advocatuur kan steken en meer in zijn bezit. Hij neemt minder zaken aan voor het Hof in Straatsburg en doet meer zaken in Friesland. Dit is half werk, geen oplossing. Er komt te weinig geld binnen. Plan drie mislukt ook.
5. Hij bespreekt met zijn vrouw de mogelijkheid om geheel te stoppen met de advocatuur en zich op het beheer van het landgoed te richten. Althusius wil zelf projectontwikkelaar worden. Er komt te weinig geld binnen. Ook dit vierde plan kan niet slagen. Althusius realiseert zich dat hij met handen en voeten gebonden is. Hij wordt angstig, hij bevindt zich in de val. De druk loopt op.
6. De banken zetten Althusius klem en willen zijn krediet intrekken. Er is geen aanleiding toe. Hij heeft altijd betaald. Hij wordt onder zware druk gezet om mee te gaan in de plannen van een consortium van ondernemers, die onder één hoedje met de gemeente en de bank, hun plannen willen doordrukken (golfbaan, jachthaven, bungalowparken). Deze lui hebben zwart geld, zitten in de Randstad in drugs en proberen hun geld wit te wassen in Gaasterland.
Plot. Op dit moment wordt ook duidelijk hoe Pier daar in de berm terecht kwam. Pier was een afgedankte koerier, een verslaafde die geen nut meer had. Althusius voorvoelde het en begon het geleidelijk aan te snappen. Dat de banken het krediet terug willen, past erin. Zijn bezit wordt bedreigd en ziet nu in dat hij een keuze moet maken. Althusius zit zelf in de eendenkooi. Maar er een lichtpuntje: er is één plan dat werd weggemoffeld door de nieuwe gemeente. Dat plan is de oplossing, maar het werd gedwarsboomd. Althusius komt erachter hoe dat in zijn werk ging. Langzaam wordt hij herboren als ‘plaatsvervanger van god’ en bereidt hij zich voor op de confrontatie. Plan vijf.
7. De confrontatie. Althusius lijkt in paniek en lijkt de rede te verliezen. Hij stapt het gemeentekantoor binnen, wordt aanvankelijk door de burgemeester geweigerd. Oane en Pier in zijn kielzog. Hij baant zich een weg langs gemeenteambtenaren en raadsleden naar de kamer van B&W. Daar zitten ze: enigszins verbaasd dat hij erin geslaagd is binnen te dringen. B&W dat sinds de nieuwe gemeentelijke herindelingen, bedisseld in Den Haag, groot en machtig is geworden. Dit college kan nu iedereen in het gebied zijn wil opleggen, ook aan Althusius. De kamer van B&W stroomt vol met getuigen.
Ik zie bij deze confrontatie een western voor me a la Once upon in the west. In Warme Stront: ‘De chauffeurs hadden koele blikken zoals acteurs die hebben in moderne misdaadfilms. Oane en ik traden meer op zoals je dat ziet in cowboyfilms. Acteurs in verschillende films.’
In die gedaantewisseling zien Althusius, Pier en Oane zien eruit premiejagers. Er mag het snerpende geluid een mondharmonica onder. De kijker moet absoluut het idee krijgen dat het genoeg is geweest en dat er nu doden gaan vallen (Dat is tot nu toe nog niet gebeurt).
En, daar op dat moment in de kamer van B&W wordt Althusius grootgrondbezitter en vertelt de dames en heren wat zijn plan is. Hij legt hen op schitterende wijze uit wat de voordelen van het plan zijn. Hij pepert het ze in. Dan ontmaskert hij de relaties van het college met de maffia uit de Randstad en bewijst hoe het witwassen van drugsgelden een rol spelen bij de projecten. De rol van de PVV, de Polen, de doodseskaders, Roemenen, drugsbendes (zie: De overval). De plaatselijke bankdirecteur wordt gedwongen om uit te leggen hoe het in zijn werk gaat. Oane en Pier houden het gezelschap onder schot. Witte Willem is er om Oane een handje te helpen en Beatrijs is bezorgd, maar trots op Pier
Dan: Althusius knikt haar Oane en Pier. Die halen iemand uit gezelschap naar voren en ontwapenen hem. Althusius onthult zijn identiteit (Een Roemeen die allang door Interpol wordt gezocht, een huurmoordenaar). De man wil vluchten, Witte Willem licht hem beentje en hij wordt ter plekke door Oane en Pier ingerekend en overgedragen aan (opeens) gedienstige dienders.
Vervolgens komt Althusius terug op het minst slechte plan dat hij heeft gezien. Dit plan werd steeds achter gehouden (Een groot gedeelte land tussen Rijksstraatweg en dorp wordt verkocht voor woningbouw in verschillende sectoren. Hij is weliswaar een groot stuk land kwijt, maar hij is van zijn schulden af en in ruil ervoor worden er veel maatregelen voor de infrastructuur genomen: hij krijgt steun voor het beheer van zijn landgoed. De bouwondernemer die dit bedacht had, werd tegengewerkt. Althusius laat ook hem naar voren komen, deze heeft de oud Commissaris van de Koningin (Oscar voor de bijrol: Hans Wiegel met een ketting van zilver om) meegenomen. De commissaris houdt mooie toespraak, zelfs zijn politieke tegenstanders knikken instemmend. Plan vijf slaagt, B&W moeten buigen, er rollen koppen.
8. Afwikkeling . Althusius opent zijn landgoed voor de kunsten (cricket, ballonvaart én in beperkte mate voor allerlei andere soorten van recreatie en sport. Beatrijs en Pier mogen op het landgoed komen wonen. Er worden nieuwe inkomsten gegenereerd (atelier, pannenkoekenhuis. Biologische groenten, kazen etc.).
Het gedeelte, tussen het dorp en de Rijksstraatweg is verkocht voor woningbouw. De investeringen zijn voor Althusius minimaal, de opbrengst is maximaal. Hij is van zijn schulden af, hij hoeft geen zaken meer als advocaat aan te nemen. Af en toe, zoals in Onder ons doet hij nog zaken in Straatsburg
Oane trekt bij Witte Willem in. Feestje. Illustere figuren uit het achttiendelige feuilleton doen hun intrede: The Daltons (Het vijfde deel), Patrick (Un grand seigneur), Wicher de Wilde (Titelverhaal: Eén met de dingen). Pier trouwt met Beatrijs. Athusius en Oane zijn getuige. Oane trouwt met Witte Willem. Althusius en Pier zijn getuige. De ontberingen van Pier en Oane, hun verschillende liefdesstappen worden er als ondersteunende nevenlijnen vanaf deel twee doorheen geweven. Zo wordt Althusius’ strijd ook een strijd om liefde. Althusius zegt ergens: ‘Het landschap van je jeugd kun je niet haten.’
Bert Bakker © 2014
Naschrift
Ik geef weliswaar de hoofdrol aan held Tammie, maar misschien is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. Een sprekende hond? Een hond met tekstbelletjes boven zijn kop? Tammie is een slim kooikerhondje, dat feilloos de instructies van Oane opvolgt en later zelfstandig uitvoert. Een geheime instructietaal alleen te verstaan tussen deze twee? Misschien hoeft Tammie maar op een paar momenten actief te zijn: Direct in het begin als hij de eenden verder de kooi injaagt, of zoals in De overval en tijdens de confrontatie bij B&W. Geen Kuifje zonder Bobby. Wat is Family Guy zonder Brian?
1 Warme stront werd voor het eerst gepubliceerd in Hjir. (Hjir 3(2007)7) en ook in Farsk (2007) verschenen verhalen. Hjir en Farsk zijn in 2009 gefuseerd in Ensafh. Zie: www.ensafh.nl In Ien mei de dingen (Noordboek, Friese Pers Boekerij 2009) werden de eerste veertien verhalen gebundeld en ook in Eén met de dingen, en in De staat van Friesland (tweetalig) zijn alleen nog als Epub te bestellen.