Buitenpost – Op 23 juli 1900 krijgen mijn grootouders Popke Sjoerds Bakker en Dieuwke Durks Althuisius ter gelegenheid van hun vijfentwintigste huwelijks jaar een Statenbijbel (Middelharnis, Flakkeesche Boekdrukkerij, 1895).  Ze krijgen deze van hun zeventien kinderen. Een groot cadeau voor hun zilveren bruiloft. Maar er zit pijn en verdriet in dit heilige schrift. Twee van deze zeventien zijn vroeg overleden. Durk leefde 4 dagen in 1883 en Neeltje werd in 1890 niet veel ouder dan twee maanden.

Waar komt een kindje van een dag oud, van twee maanden oud terecht wanneer het sterft? In de vergetelheid, in de hemel, in de hel? Lees verder door hier te klikken