Een tweestemmig verhaal

Mijn moeder Riek Dik (1906 – 2001) was getrouwd met Abraham Bakker, vernoemd naar Abraham Kuyper. Zij was 10 jaar jonger dan hij. Vader weigerde in de tweede wereldoorlog een Joodse collega te vervangen en hij weigerde voor de Duitsers te werken. Hij dook onder en dat was de reden dat mijn moeder met haar kinderen opgepakt werd en werd afgevoerd naar kamp Vught. Hoe verging het haar daarna? Was er niet heel veel risico in het spel? Hoe kwam ze vrij? Ik schets het perspectief van een Amsterdamse vrouw, in de grote Friese familie Bakker, die een ‘privéoorlog’ met de Nazi’s voerde .

Mijn vader werd na de oorlog in het kader van de Bijzondere Rechtspleging als president van het Tribunaal in Assen aangesteld. Hij stierf op 14 juni 1957, toen ik 8 jaar was. Moeder was toen net 50 jaar oud,

De Stamboom van Popke Sjoerd Bakker en Dieuwke D. Althuisius.

Popke Sjoerds werd geboren in 1852. Dieuwke in 1855. Ze trouwden in 1875 en woonden in Langweer, waar hij beurtschipper was. Later in Buitenpost werd het echtpaar ondernemend op vele terreinen en bouwden ze een zakenimperium op. Ze kregen zeventien kinderen, waarvan er twee jong gestorven zijn. Pietertje, de oudste, werd 4 februari 1876 in Langweer geboren en oom Paul, de jongste werd 1900 in Buitenpost geboren. Mijn vader Abraham (no. 14) is van 1897. Lees hier verder over de familie Bakker – Althuisius.